'Meer en meer hoogwaardige technische mortels'
Mortelfabrikant Cantillana past zijn productaanbod in rap tempo aan aan de veranderende eisen in de bouw. Directeur Robbert Hanegraaf doet uit de doeken op welke vlakken Cantillana - sinds een jaar onderdeel van de Holcim-groep - zich ontwikkelt en hoe bouwbedrijven daar hun voordeel mee kunnen doen.
“De bouw verandert en wij veranderen mee”, zegt Robbert Hanegraaf, directeur van Cantillana Nederland. “Daar waar we vroeger mortels maakten waarmee stenen op elkaar gestapeld konden worden, richten we ons nu steeds meer op de prefab bouw. En dus ontwikkelen we ook lijmen en mortels waarmee steenstrips op gevels gemonteerd kunnen worden.”
Bij veel aannemers en afbouwbedrijven is Cantillana vooral bekend van de QMIX droge mortels die het van oorsprong Belgische bedrijf als private label voor inkooporganisatie Sakol produceert. “Dat doen we al heel lang”, vertelt Hanegraaf. “Maar we zitten natuurlijk niet stil en ontwikkelen en produceren steeds meer hoogwaardige en duurzame mortels voor verschillende toepassingen.”

Ondersabelen
Cantillana, die lokaal produceert vanuit Poederoijen, richt zich hoe langer hoe meer op de hoogwaardige en technische mortels. “Neem bijvoorbeeld de ondersabelings- en verankeringsmortels” zegt Hanegraaf. “Die maakten we vroeger in sterkteklasse K50, tegenwoordig in K70. Vooral in de hoogbouw voor het ondersabelen van staalconstructies en het opvullen van voegen tussen betonelementen merken we dat de vraag naar technischer en hoogwaardiger mortels, waarmee je hogere druksterktes kunt opvangen, toeneemt. Daar spelen we dus op in. Die technische mortels zijn niet alleen geschikt voor de toenemende hoogbouw en steeds zwaardere toepassingen maar ook in de wegenbouw voor kunstwerken.”
Ook nieuw in het assortiment van Cantillana is de vloeibare dekvloermortel Nivosol 100. “Die is uitermate geschikt voor het realiseren van binnendekvloeren, in het bijzonder bij sanerings- en renovatiewerkzaamheden” legt Hanegraaf uit. “Heel gemakkelijk te verwerken en toe te passen als hechtende dekvloer op beton en of cementgebonden ondergronden, al dan niet in combinatie met een wapeningsnet, of als zwevende dekvloer op isolatie. Maar ook als niet hechtende dekvloer op folie of als hechtende of zwevende dekvloer in combinatie met vloerverwarming.”
3D printing mortel
Vorig jaar werd Cantillana overgenomen door Holcim, dat eerder dat jaar ook Compaktuna inlijfde. “Dat betekent enorm veel extra slagkracht”, zegt Hanegraaf. “En een forse uitbreiding van het aantal producten dat we kunnen leveren. Compaktuna is bijvoorbeeld heel sterk in additieven voor mortels, hoogperformante tegellijmen, professionele egalisatiemortels, technische pleisters op cementbasis, verlijming en afdichting.”
En binnen de Holcim-groep wordt op dit moment ook druk gewerkt aan de ontwikkeling van een 3D-printing mortel. Hanegraaf: “Die zit in de testfase en wordt voor sommige projecten al uitgeleverd.”
Het toont volgens Hanegraaf de manier waarop Cantillana, met hulp van het grote Holcim, inspeelt op de veranderende eisen in de bouw. “Dat uit zich niet alleen in technische mortels voor hoogwaardige toepassingen, maar ook in oplossingen voor een veranderende bouw. Je ziet dat woningbouw zich steeds meer richting prefab beweegt. "Samen met Holcim denken we mee hoe we elk project kunnen voorzien van een oplossing op maat.”

Onderdeel van Holcim
In 2022 werd Cantillana overgenomen door de Zwitserse multinational Holcim. De overname betekende een belangrijke stap vooruit in de groeistrategie van de Holcim-groep voor de afdeling “Solutions and Products”. Doelstelling is om dit segment tegen 2025 te laten uitgroeien tot 30% van de netto-omzet van de groep. Cantillana versterkt de afdeling “Solutions and Products” binnen Holcim na eerdere overnames van het Franse PRB, het Belgische PTB-Compaktuna en Izolbet uit Polen. Met meer dan 200 werknemers en negen productiesites in België, Frankrijk, Duitsland en Nederland zullen Cantillana’s aanwezigheid en productaanbod bijkomende synergieën opleveren voor de hele onderneming en de groei van “Solutions and Products” in Europa versnellen.